Doorgaan naar content

Cookies 🍪

Deze site gebruikt cookies waar we je toestemming voor nodig hebben. Meer informatie

Mischa Bosman

Mischa Bosman

Mischa Bosman werkt al 27 jaar bij Terra MBO. Van oorsprong voor de klas, als docent veehouderij, maar inmiddels is hij vooral hard bezig met het realiseren van onderwijs buiten school. Als projectmedewerker het practoraat Ondernemend Leren met en van de SDG’s is hij verantwoordelijk voor het initiëren, organiseren en uitvoeren van projecten en onderwijs in de regio. 

< Terug naar overzicht

‘Mijn titel is docent en dat voel ik ook zo, maar eigenlijk doe ik dat tegenwoordig heel weinig in de school. Ik ben vooral veel bezig met het onderwijs organiseren en uitvoeren in de buitenwereld. Ik heb een enorme passie voor de veehouderijsector, voor de agrarische sector. Daar ben ik in opgegroeid en in geschoold. Ik heb de middelbare landbouwschool gedaan met als doel om boer te worden. Toen ik klaar was met de middelbare school, ontdekte ik dat je daar óf veel geld nodig voor hebt óf een hele rijke boerin. Ik had allebei niet, dus ben ik aan het werk gegaan als boerenknecht. Uiteindelijk ben ik docent geworden op de school waar ik zelf ooit student was geweest.

Ik heb mij ontwikkeld in het onderwijs en gaandeweg ontdekte ik hoe belangrijk wij als groene agrarische school zijn voor de regio, eigenlijk voor de hele wereld. En als je van belang bent, dan moet je ook samenwerken. Dat begon heel klein met projectjes, maar inmiddels ben ik eigenlijk voornamelijk bezig met het verbinden van de buitenwereld met ons onderwijs, omdat ik daar heel erg in geloof. Onder andere omdat ik ontdekte dat onze studenten overal in de wereld terechtkomen. En kijkend naar de toekomst van Nederland en van de wereld, hebben wij als groen onderwijs een hele belangrijke rol als je kijkt naar de leefomgeving, voedselproductie en allerlei crossovers zoals groen en zorg en groen en klimaat. Daarvoor moeten we mensen opleiden en niet alleen maar zestienjarige pubers, maar mensen in het algemeen. En dat moeten we doen met de buitenwereld, want die buitenwereld gaat steeds sneller. We kunnen niet meer aan de Hereweg 99 binnen blijven zitten en naar buiten kijken van nou, wat gebeurt er en zullen we er iets mee doen? Ik denk dat we dat te lang hebben gedaan. We hebben heel hard gewerkt hoor, maar niet met de buitenwereld samen. Daardoor loop je het risico dat je er niet meer toe doet, want die buitenwereld gaat wel verder. Daarom is het practoraat ook zo belangrijk. Ik zie het practoraat als vliegwiel voor innovatie, ontdekkingen, experimenten, projecten en natuurlijk onderzoek om te ontdekken van, hé, wat gebeurt er nou in de wereld en hoe sluiten we daarbij aan?’

Dubbele dijk
‘We werken dit jaar aan een groot project van de provincie Groningen, ‘Dubbele Dijk’, in Bierum.  Dat is een experiment om zeewater binnen te laten. Daardoor krijg je slib binnen dat wordt opgevangen en dat kan dan weer gebruikt worden voor dijkverzwaring. Wat je daardoor ook krijgt is dat je zout water in een zoetwatergebied laat. Verzilting is een probleem in Nederland, dus als je dat in dit project doet, dan is het ook interessant om te kijken wat de impact op de bodem, op de landbouw en op de natuur is. Daar kunnen allemaal experimenten mee worden gedaan in dat gebied bij Bierum. Je kunt het zien als een heel groot laboratorium. De uitdaging voor ons is om te kijken hoe we daar onderwijs gaan ontwikkelen. Met studenten naar buiten gaan en daar met je laarzen in de klei staan en maar ontdekken wat er daar te beleven valt. Dat is heel spannend. De student wil gelukkig altijd wel naar buiten, maar hoe maak je daar onderwijs van? Dát is de uitdaging. Verzilting zit bijvoorbeeld als probleem wel in ons onderwijs, maar we hebben de oplossing nog niet. Dan is het mooi dat je met studenten onderwijs maakt in zo’n setting. Zonder dat je een oplossing weet, je hebt alleen de vraagstukken. Mijn collega's en ik zijn opgeleid om goed onderwijs in een lokaal te geven. Wij als docenten hebben dus nog veel te leren, maar dat geldt ook voor de organisatie. Als school ben je namelijk niet ingesteld op het organiseren van onderwijs buiten de school. We hebben roosters, planningen, uren, budgetten. Daarom is een practoraat heel belangrijk, want het practoraat is juist georganiseerd om dat te doen.’

Blik op de toekomst
‘Onze studenten, die leven al in de wereld. Die zijn daar al. Veel agrarische studenten werken op of hebben thuis een melkveebedrijf of een akkerbouwbedrijf. Zij weten echt wel wat de problematiek is. Ik hoef hen niet uit te leggen dat de buitenwereld heel dynamisch is. De uitdaging is dat ik onderwijs maak dat relevant is voor hun toekomst. Mijn studenten hebben veel te maken met alle SDG’s, nu al en zeker in de nabije toekomst. Maar daar moet je ze niet constant mee om de oren slaan, daar worden ze moe van. De uitdaging is dat je het verbindt met wat er nu speelt. Ik wil ze ervan bewust maken dat er een toekomst is waar je een bijdrage aan kunt leveren en dat je ook een verantwoordelijkheid heb, als sector en als mens. We zijn in Nederland met 18 miljoen mensen. Als je de agrarische en groene sector een plek wil geven in dit geheel, ja, dan heb je ook iets bij te dragen. Met name onze groene, maar eigenlijk alle opleidingen kunnen ook echt praktisch bijdragen. En daarnaast ook geld verdienen. Dat is altijd de uitdaging. Je kunt het heel groen en goed doen voor iedereen, maar er moet ook een verdienmodel zijn.’

Ik zie en ervaar de impact van wat er gebeurt als je de SDG’s niet omarmt, niet organiseert, niet leeft. 

Twee werelden
‘90% van mijn familie woont in West-Afrika. Mijn vader komt uit Niger, West-Afrika. En dat helpt mij. Dat zijn twee werelden, hè, dus hier is alles strak georganiseerd, gaan mensen niet dood aan een verkoudheid. In Niger is de staatsgreep geweest en is de impact van klimaatverandering enorm. Het land is gemiddeld boven de 40 graden en deze week zijn er enorme overstromingen en hagelbuien. Dat gebeurt daar nu dankzij klimaatverandering. Dus als je het over de klimaatdoelstellingen hebt, ja dan leef ik wel een beetje aan beide kanten van de spiegel. Ik weet heel goed dat als we het hier met elkaar niet organiseren, we straks in diezelfde situatie zitten, en daar wil je niet zijn. Want dat loopt niet goed af, hè? Dat klinkt wat hard, maar het gaat daar verschrikkelijk mis. Iedereen in Europa denkt, oh halleluja, de hele Sahara staat onder water, nu komt er voedsel. Maar nee, alles wat er in de grond stond is weggespoeld. Dus komt er hongersnood. En er komen enorme malaria plagen aan, want er staat water. En er zijn niet voldoende middelen om die malaria te bestrijden. Dit klinkt misschien als doemscenario's, maar dat is gewoon de realiteit van het niet op tijd voor elkaar hebben. Dus ja, ik ben ook privé heel erg bezig met de SDG’s. Ik zie de impact van wat er gebeurt als je het niet omarmt, niet organiseert, niet leeft. Want het heeft enorm veel impact, vooral op de jeugd en op de langere termijn.’

Impact van onderwijs
‘Ik ben geen doemdenker hoor. Want als je ziet welke techniek en kennis we hebben en hoeveel capaciteit er is in de wereld om dingen goed en verantwoord te doen, dat is enorm. Ik vind wel dat we als mens en als organisatie moeten doen wat we kunnen. Denk bijvoorbeeld aan voedselzekerheid. Kijk naar hoeveel voedselbanken er zijn en naar hoeveel voedsel er geproduceerd wordt in Nederland. Voedselzekerheid wordt echt een thema en daar hebben we als Terra iets in te doen. Wij moeten de mensen opleiden die dat probleem gaan oplossen. We voelen het niet altijd zo en niet altijd direct, maar de impact van goed onderwijs is enorm.’


Meer helden

Linda Ismaili Colien Langerwerf Eduard Bezembinder